Je hoort de zorgen van een ouder of een brus
Je werkt als arts, orthopedagoog, begeleider of leerkracht met ouders van een kind dat veel zorg nodig heeft. Je kunt eens vragen hoe het gaat met hun andere kind of kinderen. Zo vaak wordt daar niet naar gevraagd en overbodig is deze vraag nooit. Soms hoor je ouders hun zorg uiten over het welzijn van hun andere kind, of kinderen. Het is fijn voor ouders als je hen echt hoort en met hen mee kunt denken.
Ouders kunnen benoemen dat hun kind
- zorgt voor een ander maar zichzelf vergeet
- zich makkelijk aanpast maar over eigen grenzen gaat
- overbelast lijkt
- niet lekker in zijn of haar vel zit, is somber of erg onzeker
- zich terugtrekt, deelt minder met ouders of heeft angstige gevoelens
- zich ernstige zorgen maakt over de situatie en daar moeilijk over praat
- opstandig en/of boos is, zijn/haar gedrag is moeilijk te begrijpen
Of je hoort van het kind dat
- hij/zij zich zorgen maakt over zijn/haar broer of zus of om zijn/haar ouders
- hij/zij zich eenzaam voelt omdat leeftijdsgenoten hem/haar niet begrijpen, of ze begrijpen zijn/haar broer of zus niet, of het kind begrijpt niet waar leeftijdsgenoten zich druk over maken
- hij/zij maakt geen ruzie of uit zijn/haar zorgen niet omdat hij zijn/haar ouders niet wil belasten