De week van de opvoeding

Vandaag eindigt de week van de opvoeding en dat maakt bij mij een onbedwingbare neiging los om een pleidooi te houden tegen opvoeden.

Ik hoor je denken: hoezo? Je wilt toch graag dat je kind zich staande houdt, zelfstandig gaat worden, zich netjes aan de geldende regels en normen houdt en bovenal gelukkig is en blijft. Dus het heeft een goede opvoeding nodig.
Misschien heb je zelfs bewust nagedacht over jouw manier van opvoeden. Houd je een autoritaire stijl aan; jouw wil is wet, stel je geen regels en grenzen en laat je je kids volledig hun gang gaan. Of kies je voor de tussenweg; een autocratische opvoeding door liefdevol grenzen te stellen maar zoveel mogelijk je kinderen te volgen en te luisteren naar hen.

Toch zeg ik: stop ermee!

Zoals Jan Geurtz* jaren geleden al schreef: Opvoeden brengt alleen maar ellende voor ouder en kind. Stop met het opvoeden van je kind en houd het bij zorgen voor je kind.

Opvoeden versus zorgen

Wat is dan het verschil tussen het opvoeden van en het zorgen voor kinderen?

Jan beschrijft de essentie van opvoeden als het goed maken wat nog niet goed is. Opvoeden is gericht op het toekomstig belang van het kind, op iets wat het kind moet worden en wat het dus nog niet of niet voldoende is.

Zorgen is daarentegen gericht op het directe belang van het kind. Onder zorg valt dus dat je hun te eten geeft, dat je zorgt voor warme kleren en een veilig plekje, dat je hun allerlei handige dingen leert zoal wc-papier gebruiken, zichzelf aankleden, een ei bakken of Engels spreken. Je waarschuwt voor het gevaar van vuur en maakt duidelijk dat drugs verslavend zijn. Dat is zorg.

Opvoeding is dus niet gericht op het directe welzijn van het kind maar op diens latere levensgeluk, en daardoor zelfs vaak in strijd met het huidige levensgeluk.

Knoeipot

Dus eten koken voor je kleuter, haar een slab voordoen en na het eten haar handjes schoonmaken, valt onder zorg. Het opvoedingsidee voegt hieraan toe dat je haar ook wilt leren eten zonder te morsen, dat je moppert als de helft van haar maaltijd op de vloer terechtkomt, en dat je je zelfs enigszins verplicht voelt om te mopperen omdat ze later problemen krijgt als ze niet netjes leert eten. Het kind leert van je dat ze slordig, onhandig, vies, ongehoorzaam of egoïstisch is. En dat hoort ze waarschijnlijk dagelijks en jarenlang. Vraag is of dit maakt of je kind sneller leert om netjes te eten en dat het bijdraagt aan het welzijn op langere termijn. Het kan ook zijn dat de dagelijkse strijd met eten uitmondt in weerzin tegen eten, of in een gunstig geval een puber oplevert die zich niets van jouw gemopper aantrekt maar wel netjes kan eten als ze het zelf wil.

In het geval van opvoeden speelt altijd een waardeoordeel over het gedrag van het kind (je maakt er altijd een zootje van) of zelfs over het kind zelf (je bent een knoeipot). Deze afwijzingen lokken logischerwijs weerstand op.

Voorleven

De vraag die je je kunt stellen is of die waarden aangeleerd zouden moeten worden op deze manier of dat je je als ouder waarden zou moeten voorleven in een veilige omgeving en dat je kinderen dit als vanzelf overnemen. Dan is hun weerstand en opstand een stuk minder nodig en wordt het een stuk gezelliger in huis.

Dus stop met opvoeden, blijf liefdevol zorgen en merk dat het hebben van kinderen er een stuk leuker op wordt!
.

 

 

*Het einde van de opvoeding, Jan Geurtz.